Elk jaar in november met Allerzielen en Allerheiligen, staan we stil bij wie we missen.
Maar eigenlijk is herdenken volgens mij iets wat we het hele jaar door doen.
Niet alleen in november, maar overal waar die herinnering opduikt — onverwacht, zacht, soms met een glimlach en soms met tranen.
Zo ga ik elk jaar met vriendinnen naar Maastricht. We lopen samen de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek binnen, steken een kaarsje aan en nemen ons voor om zonder tranendal weer naar buiten te gaan. Dat lukt nooit. En dat hoeft ook niet. Want juist die tranen horen erbij. Ze zeggen: er was liefde, en die is er nog steeds.
Ik merk hoe belangrijk het is om die ruimte te blijven nemen — in mijn eigen leven, maar ook in mijn werk.
Steeds vaker zie ik dat mensen hun rouw niet meer wegduwen, maar er bewust mee omgaan.
Dat ze iets doen wat bij hén past, soms zelfs iets wat spannend voelt.
Zoals Kees, die na het overlijden van zijn vrouw in hun camper stapte en alleen op reis ging.
De camper die ze samen hadden gekocht en verbouwd.
Hij zei: “Ik wilde niet weglopen voor het gemis, maar ermee op pad gaan.”
Of dat gezin dat ondanks het verlies van hun vader tóch de geplande reis naar Amerika maakte — omdat het juist daardoor nog meer betekenis kreeg.
Herdenken kan op zoveel manieren. Een kerk binnenlopen tijdens de vakantie. Een etentje op een vaste datum. Een kaarsje aansteken, of dat glaasje Jägermeister bij het graf — in dat oranje glaasje, haar lievelingskleur.
Het zijn gebaren van liefde. Kleine rituelen die zeggen: je hoort nog steeds bij ons.
Rouw en herinnering laten zich niet vangen in een datum of alleen in november. Ze reizen met ons mee — het hele jaar door.
En dat is precies wat herdenken zo mooi maakt.
Reactie plaatsen
Reacties